dinsdag 9 november 2010

Harry Mulisch : 'Nu ben ik in de hemel'


'Nu ben ik in de hemel.' Zo reageerde Harry Mulisch in 2006 op het bericht dat er een planetoïde naar hem vernoemd was - de 10251 Mulisch. Hij voelde zich gevleid, omdat hemellichamen, in tegenstelling tot Nobelprijswinnaars, nooit vergeten worden. Het zou niet de laatste straffe uitspraak zijn van Mulisch en het bezorgde hem in ieder geval geen extra fans. Maar hoe je het ook bekijkt, om Mulisch kan je nu eenmaal niet heen. Alleen al het feit dat hij de meest vertaalde schrijver uit de Nederlandstalige literatuur is, spreekt boekdelen. Naast Chinees, Duits, Engels en Frans kan je hem ook lezen in het Afrikaans, Ijslands, Esperanto en het Albanees - niet onmiddellijk voor de hand liggende talen. Zijn belangrijkste werk, De ontdekking van de hemel, werd in 2007 nog verkozen tot het beste Nederlandstalige boek aller tijden. In 2001 was het boek al verfilmd door Jeroen Krabbé als The discovery of heaven.

"Ik heb de oorlog niet zozeer 'meegemaakt', ik ben de Tweede Wereldoorlog." Weer een staaltje van bescheidenheid (we verwachten ook niet anders), maar er zat wel een kern van waarheid in. Zijn grootmoeder en overgrootmoeder van moederskant kwamen in concentratiekampen terecht, zijn moeder was een joodse en zijn vader was een collaborateur. Niet echt een alledaagse situatie, die zijn sporen naliet op zijn oeuvre.

Hoewel hij ook toneelstukken en poëzie schreef, werd hij vooral bekend door zijn romans. Zijn bekendste werken waren Twee Vrouwen, De Aanslag, De ontdekking van de hemel en zijn laatste roman Siegfried. Altijd kwam ergens wel de Tweede Wereldoorlog terug.

Vanaf de jaren '70 werd hij bij het triumviraat van de 'Grote Drie' gerekend: samen met Willem Frederik Hermans en Gerard Reve werd hij zo één van de drie belangrijkste naoorlogse Nederlandse schrijvers. Na het overlijden van Hermans en Reve grapte Mulisch - typisch - wel eens dat hij nu de 'Grote Eén' geworden was.

Je bent er misschien geen fan van, maar (sommigen gaan het niet graag horen) ergens had hij wel gelijk toen hij zei: 'Ik ben een groot schrijver, daar helpt geen moedertjelief aan.' Past overigens perfect bij een andere uitspraak van hem: 'Ofschoon ik een grondige hekel heb aan zelfingenomenheid, ontveins ik mij niet, dat ik vaak zeer onder de indruk was als ik aan mijzelf dacht. Iemand als ik kwam niet alle dagen voor, om het zacht uit te drukken. Als ik aan andere mensen dacht, moest ik wel eens lachen.'

Misschien lachen er nu een paar mensen dat hij het hoekje om is. Op 7 september 2009 waren er al een paar die in vreugdetranen uitbarsten toen het bericht kwam dat hij overleden was. Het bleek niet waar te zijn, maar nu zit hij dan misschien toch wel in 'zijn' hemel. Een hemel delen met God lijkt me wat moeilijk voor hem - twee betweters op dezelfde plek is nog nooit echt een goeie combinatie geweest.

Harry Kurt Victor Mulisch overleed tenslotte aan kanker op 30 oktober. Hij was 83.

Geen opmerkingen: